De vader van Serafyn
Is het roeping of zucht naar avontuur? In 1962 verlaat de jonge Franciscaan Gerhard het klooster om in de voormalige Nederlandse kolonie Nieuw-Guinea het bestaan te delen met de Papoea’s. Het wordt de mooiste en de zwaarste tijd van zijn leven. Twintig jaar lang woont hij bij de Ekari’s, een stam in de rimboe van het hooggebergte, en is deelgenoot van hun leed en geluk. Gerhard ‘krijgt’ er zelfs een dochter: Serafyn. Langzaamaan worden hem de idealen duidelijk van zijn leermeester uit de 13de eeuw: Franciscus van Assisi. Vanwege zijn gezondheid moet hij begin jaren 80 voorgoed terug naar Friesland. Als hij in 1996 een begin maakt om zijn herinneringen op papier te zetten, confronteert zijn vroegere kokkie Taddeus hem met de hedendaagse harde realiteit van de Papoea’s: voortdurende schending van de mensenrechten door het Indonesische leger, een land dat uitgemergeld wordt vanwege de bodemschatten, en als gevolg daarvan: de wanhoop van de vrijheidsstrijders van de OPM. Gerhard krijgt zijn verslag niet af. Zijn medebroeder Johan, net terug uit Papoea, verwerkt de notities in een boek. Om zo de verhalen door te geven, over het volk waar se beide zo van hebben gehouden.
De vader van Serafyn is voor een deel gebaseerd op de overlevering van de Friese pater Franciscaan Eduard Andringa uit Bolsward.
De Friese pers over De heit fan Serafyn:
‘Met De heit fan Serafyn heeft Claus zichzelf op de eerste rang van de Friese literatuur geplaatst.” Jelma Knol, HJIR (literair tijdschrift).
‘De heit fan Serafyn noemt Claus een documentaire roman, net als haar eersteling, Oxzana, ferhaal fan in flechtling. Maakte dat boek al indruk, dat kan van dit nieuwe boek nog des te meer worden gezegd.’ Jant v.d. Weg – Laverman, Friesch Dagblad.